maandag 15 december 2008

Hoe smelten verf en canvas samen in het Heilig Vuur?



Vanaf oktober 2008 is het Stedelijk Museum Amsterdam echt weer dakloos en is het als een gewillige nymfomane op zoek naar alle vormen van nog steeds in de publiciteit en onder een dak te staan, en nu is er echt weer iets heel bijzonders; na 113 jaar Stedelijk Museum wordt de collectie voor het eerst vanuit religieuze en spirituele ogen bekeken, en is de Nieuwe Kerk Amsterdam de broedplaats van het Heilig Vuur in de kunst.

Daar waar de schilderijen en beeldhouwwerken kunnen worden afgebrand met het vuur, maar waar de werken ook met elkaar kunnen worden samengesmolten in het heetst van de strijd, speelt tot en met 19 april 2009 het theater dat nu al, tijdens het openingsweekend, flink in de belangstelling staat.
Sarah gaat in het kort in op de zalen die uitgelicht werden door de rondleider Gijs van Tuyl, directeur van het Stedelijk Museum, op donderdag 11 december.

Blasfemie
Bij binnenkomst in het museumgebouw, dat gebouwd is in de vorm van een kruis (alleen zichtbaar voor God, zoals Van Tuyl, zei) starten we met bijna blasfemistische werken die provocatief kunnen werken op iedereen, mits de context begrepen wordt. Maar Gilbert & George in de openingszaal, zelf als twee televisiedominees naast het kruis en daaronder het woord shitty, is toch wel vrij duidelijk dat ze geen voorstander zijn van het geloof en wat het allemaal met zich meebrengt. Daarnaast werken van Hirst en Bacon te zien.


Vroom
Slechts een paar stappen verder is Jan Toorop die prachtig tot in het detail het gebed of de apostelen Andreas en Jacobus heeft geschilderd, waarbij de vroomheid ervan afspat. Een heel religieuze zaal om in contrast te staan met de zaal daarvoor.

Abstract
Een zaal verder is de plaats voor het sublieme. Wat staat voor hoogst voortreffelijke, meest bijzondere, bijna moordend goed. De favoriete zaal van Van Tuyl, met werken van Newman, Rothko, Mondriaan, Klein en Malevich.
De meest abstracte werken, al dan niet met een wervelende betekenis. De werken van Kazimir Malevich zijn in de tentoonstelling bijna tegen het plafond geplaatst, omdat dit in traditionele Russisch- Orthodoxe kerken ook gedaan werd.


In dezelfde zaal verwijst The Gate van Barnett Newman naar de barrière die iedereen moet afleggen alvorens oog in oog met God te staan.


Vergankelijkheid
Aan de bovenkant van het kruis is een werk van Erzsebet Baerveldt, met het werk Pietà, opgebouwd uit klei en weer ontleedt door de kunstenaar. Baerveldt benadrukt hier de vergankelijkheid van het uit stof opgebouwde mens.

Natuur
De gehele tentoonstelling is gebouwd rondom religie in de breedste zin van het woord. Ook het geloof en de waardering voor de natuur komt voor in de tentoonstelling, vertegenwoordigd door onder andere Wassily Kadinsky die geïnspireerd was door de natuur en onder andere met dit werk een blauwe ruiter in een mooi landschap maakte.


Boeddhisme
Het werk van Nam June Paik, met een boeddha in beeld die eigenlijk niks anders ziet dan zichzelf op een televisie (wat volgens Paik staat voor de ultieme vorm van reflectie), staat voor zuivering van de mens als in het Boeddhisme.


Horror
In de laatste zaal, die slechts begaanbaar is voor kinderen vanaf 12 jaar, of mits onder begeleiding van een volwassene, is een tweeledige film van Mike Kelley te zien, die gaan over de bekroning van Maria op 1 mei. Dit katholieke beeld is vredelievend, maar ook bijna op basis van horror in beeld gebracht. Een mooi einde om na de gordijnen te eindigen in het koude heilig vuur en even uit te rusten van alle spiritualiteit die je om de oren vliegt.


Drie-eenheid
Passend in de Nieuwe Kerk (ook al merk je daar in de tentoonstellingszalen niks van), mooi gethematiseerd rond kerstmis en de eerste keer dat het Stedelijk Museum de collectie vanuit religieus oogpunt bekeek. Drie goede redenen om de tentoonstelling te bekijken om de drukke kerstshopping in de Kalverstraat te vermijden.

Nieuwe Kerk Amsterdam, Dam.
Te zien t/m 19 april 2009.
Iedere dag geopend van 10.00 tot 18.00, op donderdag tot 22.00 uur geopend.
25 december en 1 januari gesloten.
website

woensdag 29 oktober 2008

De concrete zijde van het Abstract Expressionisme in Huis Marseille



Cy Twombly, Lemons, Gaeta. 2005.

Stel je voor, de Tweede Wereldoorlog is net voorbij, je woont in de Verenigde Staten van Amerika en er hangt een enorm gevoel van opluchting en blijdschap in de hele wereld. Dit is duidelijk voelbaar voor iedereen. Maar er zit ook een andere kant aan het verhaal. Maakt een oorlog ons niet allemaal anders (nu nog steeds) en zullen we daarna nooit meer dezelfde zijn? Dit fenomeen is historisch duidelijk te zien in de kunststroming Abstract Expressionisme. Waarin ook Cy Twombly, na o.a. Jackson Pollock en de Nederlands/Amerikaanse schilder Willem de Kooning, als tweede generatie vertegenwoordigd is. Een voorbeeld van de grondvormen van het Abstract Expressionisme is te noemen aan de hand van Jackson Pollock, bekend van zijn drippingtechnieken waarbij hij het schilderdoek op de grond neerlegt in plaats van op het ezel.

Jackson Pollock, The reflection of the big dipper, 1947. Stedelijk Museum Amsterdam.

Primaire elementen
Cy Twombly was een aantal jaren later, als de tweede generatie, naar Italië verhuist en heeft hiermee zijn staat van dienst verder opgebouwd. Dankzij de Europese invloeden gaat Twombly een stapje dieper het Abstract Expressionisme in. Twombly maakte ook erg veel foto’s van de primaire elementen van zijn schilderkunst, zoals materialen en gereedschappen. Dit was in eerste instantie geen autonoom werk, maar dankzij het schildersoog van Twombly zijn deze foto’s toch interessant te noemen.


Cy Twombly, Bacchus Painting Studio Gaeta, 2005

Waarom concreet als je abstract bent?
Het gehele Huis Marseille hangt vol met dit soort primaire elementen, waar voornamelijk wordt toegespitst op de directe omgeving van de kunstenaar, buiten de schilderijen om. Daarmee is het eigenlijk een kijkje door de ogen van de kunstenaar. Soms misschien ietwat naïeve ogen van de kunstenaar, want waarom zou hij de voor hem alledaagse instrumenten vast willen leggen? En is het ook niet een concretisering van het Abstract Expressionisme?

Vierde dimensie
Tijdens de n8 wordt het accent gelegd op de jaren ’50 en ’60, tijd van verbetering en vooruitgang in de wereld. Dit is een absolute aanrader en ik neem aan dat de improvisatiemuziek van John Gration voor een derde dimensie kan zorgen waar het oor als nieuw zintuig wordt aangesproken.


Cy Twombly, Peonies, 1980


Cy Twombly, Photographs 1951 – 2007
Te zien t/m 23 november 2008 in Huis Marseille

Tijdens de museumnacht wordt live improvisatiemuziek gemaakt en er is ook een nostalgische feestfotograaf aanwezig. Laat je vastleggen tijdens deze running back in the fifties and sixties!

door Sarah Berckenkamp

donderdag 11 september 2008

Continu opletten jegens het beest en de camera.

Paul Huf Award
Een keer per jaar wordt de KLM - Paul Huf award uitgereikt aan een internationale, veelbelovende, jonge fotograaf. Dit jaar heeft de Zuid – Afrikaanse Pieter Hugo (1976) zeer terecht de prijs gewonnen (een totaal prijzengeld van €20.000,-) en mag dankzij deze award exposeren in het FOAM Amsterdam. RecenSarah kijkt en beoordeelt.
Abdullahi Mohammed with Mainasara, Ogere-Remo, Nigeria 2007